Het Telnet-commando is een handig hulpprogramma voor netwerkcommunicatie in Linux. Van het scannen van poorten op afstand tot het oplossen van verbindingsproblemen — Telnet biedt een eenvoudige, tekstgebaseerde manier om te communiceren met een externe host.
In deze stapsgewijze handleiding leer je hoe je Telnet kunt installeren, configureren en gebruiken op Linux. We bespreken ook de belangrijkste opties en functies, zodat je een volledig beeld krijgt.
Telnet (afkorting van Telecommunication Network) is een netwerkprotocol waarmee verbinding kan worden gemaakt met een ander systeem via Transmission Control Protocol (TCP). Het stelt gebruikers in staat om rechtstreeks verbinding te maken met een specifieke host en poort, zodat opdrachten kunnen worden verzonden en uitvoer direct kan worden gelezen.
Telnet wordt voornamelijk gebruikt voor:
Telnet is niet vooraf geïnstalleerd op de meeste moderne Linux-distributies. De installatie verschilt per distributie.
Gebruikers van Ubuntu, Debian of vergelijkbare distributies kunnen Telnet installeren met de volgende opdracht:
sudo apt install telnet
Op Red Hat, CentOS of Fedora gebruik je yum of dnf:
sudo yum install telnet
of op nieuwere versies:
sudo dnf install telnet
De syntaxis van het Telnet-commando is eenvoudig:
telnet [hostname/IP] [port]
Parameters:
[hostname/IP]
: specificeert de hostnaam of het IP-adres van de externe host.
[port]
: geeft het poortnummer aan waarmee je verbinding wilt maken (standaard: 23).
Telnet maakt directe verbindingen met diensten op specifieke poorten, zoals: HTTP (poort 80), SMTP (poort 25) en FTP (poort 21).
Het Telnet-commando is flexibel en biedt meerdere opties om de functionaliteit uit te breiden.
Optie |
Beschrijving |
-4 |
Dwingt Telnet om alleen IPv4 te gebruiken. |
-6 |
Dwingt Telnet om alleen IPv6 te gebruiken. |
-8 |
Staat overdracht van 8-bits gegevens toe. |
-E |
Schakelt het escape-teken uit. |
-K |
Voorkomt automatische overdracht van inloggegevens (bijv. Kerberos-ticket). |
-L |
Activeert de loopback-modus om verbinding te maken met de lokale host. |
-X atype |
Geeft het type authenticatie aan (bijv. KERBEROS_V4). |
-a |
Voert automatisch de gebruikersnaam in bij het inloggen. |
-d |
Activeert de debugmodus met gedetailleerde verbindingsinformatie. |
-e char |
Wijzigt het escape-teken. |
-l user |
Specificeert de gebruikersnaam voor de inlogpoging. |
-n tracefile |
Slaat sessieactiviteiten op in een tracebestand. |
-b addr |
Bepaalt de lokale interface of het adres voor de verbinding. |
-r |
Maakt een omgekeerde Telnet-verbinding (reverse Telnet). |
Telnet wordt vaak gebruikt voor diagnose en testen van netwerkverbindingen. Hier volgen enkele veelvoorkomende toepassingen.
Gebruik het volgende commando om te controleren of poort 80 open is op een server:
telnet example.com 80
Als de poort open is, zie je een leeg scherm dat invoer verwacht — een teken dat de poort luistert. Als de poort gesloten of geblokkeerd is door een firewall, krijg je een foutmelding zoals: Connection refused
Telnet kan worden gebruikt om e-mailservers te testen door ruwe SMTP-commando’s te sturen:
telnet mail.example.com 587
Zodra de verbinding tot stand is gebracht, kun je SMTP-commando’s zoals HELO, MAIL FROM en RCPT TO invoeren om met de server te communiceren.
Telnet kan handmatig worden gebruikt om HTTP-servers te testen door verzoeken te sturen:
telnet example.com 80
Voer daarna in:
GET / HTTP/1.1
Host: example.com
Druk twee keer op Enter om het verzoek te verzenden. De serverantwoord zal vervolgens verschijnen.
Als een server zowel IPv4 als IPv6 ondersteunt, kun je de verbinding beperken tot IPv4:
telnet -4 example.com 80
Dit zorgt voor compatibiliteit met IPv4-netwerken.
Gebruik Telnet om te controleren of de MySQL-poort (3306) open is:
telnet database.example.com 3306
Als de verbinding succesvol is, toont Telnet een protocolspecifieke begroeting van de MySQL-server.
Hoewel Telnet handig is, is het fundamenteel onveilig, omdat alle gegevens — inclusief wachtwoorden — in platte tekst worden verzonden.
👉 Let daarom op:
Telnet kan ook worden gebruikt in meer gespecialiseerde scenario’s:
Hoewel Telnet eenvoudig is, kunnen er fouten optreden:
Connection Refused: Doelpoort is gesloten of geblokkeerd.
Time-Out Errors: Netwerkvertraging of routeringsprobleem.
Permission Denied: Gebruiker heeft onvoldoende rechten of poort is gereserveerd.
Controleer regelmatig de netwerkconfiguratie en firewallinstellingen om deze problemen te voorkomen.
Omdat Telnet geen encryptie biedt, zijn er veiligere alternatieven met vergelijkbare functionaliteit:
Telnet is een eenvoudig maar effectief hulpmiddel voor netwerkdiagnose en debugging onder Linux. Zolang je bewust bent van de veiligheidsrisico’s en het correct gebruikt, blijft Telnet een handig hulpmiddel voor testen, communicatie en systeembeheer.
Met deze gids kun je Telnet installeren, configureren en veilig gebruiken om je Linux-systemen efficiënt en verantwoord op afstand te beheren.